We hebben allemaal wel van die wilde verhalen uit onze studententijd. De ene heeft naakt een serenade gezongen voor zijn crush, de ander heeft op de bar van zijn favoriete bar gedanst. Zo heb ik nog een bijzonder verhaal uit de oude doos (want in deze coronatijd heeft niemand iets bijzonders beleefd), wat minder gênant dan voorgaande voorbeelden gelukkig, maar wel behoorlijk uniek.
Het was juli 2015, ik was als 22 jarige mijn eerste verre soloreis aan het maken. Op doorreis door Japan. Toen ik van iemand in een hostel een verhaal hoorde van het verlaten pretpark in de stad Nara* (wat toch al op mijn route lag). Mijn oren spitsten en ik luisterde geïnteresseerd mee. Het klonk heel gaaf, het pretpark ‘Dreamland’* was al 9 jaar geleden gesloten wegens te weinig inkomsten. De overheid had nog geen bestemming voor het stuk land, dus was er nog niks mee gebeurd. Wegens vandalisme werd er regelmatig gepatrouilleerd en werden mensen beboet, maar er was niet standaard beveiliging aanwezig.
De rebel in me wist het, ik moet daar heen! Die avond heb ik in mijn bed in de slaapzaal het internet afgestruind naar ervaringen van mensen die me voor waren gegaan. Het klopte dat je een boete kon krijgen, een aantal mensen had dat helaas meegemaakt, maar niet iedereen! Ook was het op ongeveer 40 minuten lopen van het centrum, dat leek me wel haalbaar. Op Google Maps zocht ik alvast naar de beste manier om er binnen te komen. Ik zou foto’s maken met twee SD kaarten (want de mensen die een boete kregen moesten hun kaartje inleveren) en snel naar binnen en buiten gaan.
Een paar dagen later was het zover, ik ging naar Nara. Niemand wist van mijn plan om na de standaard toeristische plekjes nog naar Dreamland te gaan, misschien niet zo verstandig. Dus terwijl ik het station uitliep belde ik mijn man (toen nog vriend) om te vertellen hoe mijn dag eruit zag. Hij vond het – vanzelfsprekend – geen goed idee dat ik in mijn eentje naar een verlaten pretpark ging. Maar ik had mijn zinnen er al op gezet, niemand die me dan nog tegen kan houden. Ik stelde hem gerust door mijn theorie uit te leggen van 5 mogelijkheden. 1) Ik durf uiteindelijk niet naar binnen (dus dan is er niks aan de hand). 2) Ik ga naar binnen en er is niemand (dus er is niks aan de hand). 3) Ik ga naar binnen en ik hoor iemand en verstop me (dus er is niks aan de hand). 4) Ik ga naar binnen en de beveiliging betrapt me, en ik bluf me eruit (dus er is niks aan de hand). 5) Ik ga naar binnen en de beveiliging betrapt me en ik krijg een boete. Theoretisch gezien maar 20% kans dat het mis gaat zeg ik! Ik beloof hem op de hoogte te houden en hang op.
Na het mooie Nara gezien te hebben (wat inderdaad al een reis op zich waard is) liep ik richting het pretpark. Het werd steeds rustiger en steiler. Het park lag wat hoger dan de stad. Toen ik er eindelijk was merkte ik de stilte, je hoorde alleen krekels en verder niets. Op het hek hingen waarschuwingen in het Japans over de hoge boete. Het zweet begon me uit te breken. Maar ik zet nu door ook! Op zoek naar de perfecte ingang…
Verderop zag ik een gat in het hek, duidelijk de ingang die meer mensen hebben genomen. Het documenteren begon. Met trillende handjes maakte ik foto’s van mijn tocht naar binnen. Ik liep het wild begroeide bosje door tot ik onder de grassen asfalt zag. Ik was op het goede spoor! Ik volgde de weg en kwam uit in het park. Wauw! Wat een bizarre ervaring. Alsof je in een Apocalyps terecht bent gekomen. Doodstil op de wind die de attracties deed kraken na. De 9 jaar dat het park leeg was waren er duidelijk aan af te zien, de natuur begon het over te nemen en het metaal was een combinatie van kleur en roest.
Natuurlijk bleek ik geen bereik te hebben in het park, dus ik zette mijn avontuur door in een hogere versnelling. Ik liep zo stil als ik kon door. Nog altijd onder de indruk van de dystopische omgeving. Gelukkig hoorde ik op het gekraak van de attracties en de krekels na niks, geen beveiligers, mooi.
Wat een lust voor het oog, de combinatie mens en natuur kregen een hele andere betekenis. Mijn camera draaide overuren en ik bleef regelmatig wisselen van SD kaart. Om elke hoek zag je weer een nieuw tafereel zich ontvouwen, een blik terug in de tijd.
Ik merkte dat ik misschien iets te enthousiast aan het ontdekken was toen ik op de houten achtbaan liep en mijn vriend in mijn achterhoofd hoorde ‘Geen gevaarlijke dingen doen’. Dus ik draaide me maar snel om. Het was wel goed geweest zo, tijd om weer terug te gaan. Ik ging zoals ik gekomen was, het leek opeens allemaal bekend, het overgroeide pad, het gat in het hek. Toch slaakte ik een zucht van opluchting toen ik weer buiten stond. Het begon te schemeren, op naar het station…
*Nara, een stad in de buurt van Osaka. Bekend vanwege de tempel met gigantisch Boeddha en loslopende hertjes.
*Dreamland is eind 2016 gesloopt.
Beste Sonja,
Nou zeg, in je uppie als meisje, was dat inderdaad niet gevaarloos.
Via blog vrienden en vriendinnen uit Japan ken ik het mooie Nara, maar niet dit helaas al gesloopte Dreamland.
Jammer eigenlijk, zo’n enorme kapitaalvernietiging!
Ja, je tijd tikt door en al zeker als je te voet onderweg bent… Het is dus goed afgelopen.
Liefs,
Mariette